De man vloekte zoals dat alleen op maandagochtend kan.
“Waarom zetten ze dat niet op hun website!” riep hij tussen de krachttermen door. Ik haalde mijn schouders op – ik wist het ook niet. Ik had inmiddels al drie kwartier op een stervenskoud perron staan wachten op een trein die, volgens het informatiebord, allang had moeten vertrekken. Maar de koude rails lagen onberoerd te wachten – geen idee voor hoelang nog. Ook niemand die me dat kon vertellen: het personeel van de Spoorwegen was nergens te bekennen. Ergens begreep ik ze wel.
“Misschien moet u die trein hebben.” suggereerde ik. Ik wees naar het enige treinstel op dit station, enkele perrons verderop. De man vloekte weer hartgrondig. Hij rende de trap omhoog, de loopbrug over.
Op dat moment klonk het vertreksignaal en sloten de deuren. Langzaam zette de trein zich in beweging, net toen de man aan de andere kant de brug kwam afgezet. Halverwege de trap bleef hij bewegingsloos staan.
De vloek die volgde was zo hard dat ik zeker wist dat het maandag was.
Plaats een reactie