Elke ochtend ruim ik de afwasmachine uit. Samen met collega B, die – net als ik – van vroeg beginnen houdt. Collega B is een precieze.
We hebben glazen en kopjes. En die komen in twee uitvoeringen: normaal en fantasie. De meeste collega’s maken daar geen onderscheid in. Collega B wel.
Hoofdschuddend bekijkt hij elke ochtend weer opnieuw de chaos die zich openbaart wanneer hij een kastdeurtje openmaakt. Standaard en fantasie staan zomaar kriskras door mekaar.
“Tss.” sist hij. “Ze leren het ook nooit.”
“Onvoorstelbaar.” geef ik hem gelijk en schud mijn hoofd.
[Gisteravond hadden ze vergeten de machine aan te zetten en dus viel er vanochtend niks te ruimen. “Tss.” siste collega B. En ik schudde mijn hoofd maar weer eens.]
Geef een reactie op Egbert Reactie annuleren