Op de camping

Als ze toen psychiaters hadden gehad, hadden we nu Gauguin’s fantastische schilderijen niet gehad. John Lennon

Collega L viert zijn vakantie op een Zwitserse camping met webcam. Regelmatig maakt die een nieuw plaatje. We zien tenten en caravans en auto’s en hoge bergen.

“Er gebeurt niet echt veel.” constateert collega R. Om de paar minuten drukt ze op de ververs-knop.

“Nou, die auto stond er anders vrijdag niet.” meent collega L. Ze wijst op iets schimmigs op het scherm.

“O nee.” ziet collega R nu ook. Ze staart nog even naar het beeldscherm. Dan drukt ze maar weer op F5. Het beeld herhaalt zich.

“Gek hè,” peinst ze, “je ziet helemaal geen mensen.” Collega L tuurt.

“Verrek.” zegt ze dan. “Nergens mensen.”

[Collega R drukt nog eens op de knop. “Nergens.” zegt ze als het beeld is vernieuwd.]