“Hoi, ik ben Mustafa.” groette de jongen met uitgestoken hand. Ik aarzelde even te schudden, wat vast en zeker kwam door mijn niet langer te ontkennen vooringenomenheid.
Deze vriendelijke, blonde en blauwogige jongen kon toch geen Mustafa heten? Ik pakte alsnog zijn hand.
“Je ziet er helemaal niet uit als een Mustafa.” waagde ik. Dan pas kreeg ik in de gaten dat ik helemaal geen idee had hoe een Mustafa er eigenlijk uit zou moeten zien. Te laat voelde ik me blozen. De jongen lachte er gelukkig om.
“Klopt.” zei hij genereus. “Ik ben geadopteerd.”
“O.” zei ik. “O ja. Natuurlijk.”
[Allerhande vragen verdrongen zich in mijn hoofd. Het waren allemaal tekenen van kleingeestigheid, natuurlijk. Maar toch.]
Geef een reactie op sÇ Reactie annuleren