“Zijn deze van u?” vroeg de caissière aan de jonge vrouw met blosjes op heur wangen. Ze knikte blij.
“Ja.” zei ze. “Met de zegels van vandaag heb ik mijn spaarboekjes vol.” Ze keek liefdevol naar de twee popjes op de lopende band. “Heb ik eindelijk de serie compleet.”
De caissière aarzelde.
“O.” deed ze. “Maar we geven geen zegels meer uit.”
In een ogenblik leek de wereld van de jonge vrouw met de blosjes op heur wangen ingestort.
“O.” zei ze alleen met veel teleurstelling in haar stem. En toen nog een keer. “O.”
[Dat de caissière de jonge vrouw met de blosjes op heur wangen toch de beide poppetjes liet meenemen was eigenlijk een werk van barmhartigheid. Ik had haar kunnen omhelzen.]
Plaats een reactie