Mijn werk is het om met mensen te praten. Dit keer zat een jongedame bij mij.
“Kan ik koffie of thee voor u halen?” vroeg ik om te beginnen allervriendelijkst. Even later zette ik een kopje kokendheet water voor haar neer met een theezakje ernaast.
“Alstublieft.” zei ik. “Wat kan ik voor u doen?” Ze stelde een vraag. Ik gaf antwoord. Toen hing ze het zakje in het kopje. Ik keek ernaar. Toen naar haar.
“Kan ik u nog ergens anders mee helpen?” aarzelde ik.
Ze glimlachte alleen maar.
En toen duurde het nog heel lang voor ze haar thee ophad.
[Onthouden: in het vervolg eerst vragen wat ze moeten. Dan pas iets te drinken aanbieden.]
Plaats een reactie