|
De luchten zouden zwanger van zwaarmoed moeten zijn, de hemel gehuld in rouw.
Vanuit de radio moest stemmige muziek klinken. Mensen op straat klampten mekaar vast met begripvolle blikken.
Maar in plaats daarvan straalt de zon als nooit tevoren en schallen er vrolijke zomerklanken uit de luidsprekers. De talrijke parkbezoekers wandelen vrolijk en onbekommerd door onze straat.
Alsof er niks is gebeurd.
Alsof ik alleen dat eenzame voerbakje in de keuken zie.
[Ik sta versteld van mezelf. Talloze huisdieren heb ik versleten en ik ben gewend geraakt aan hun tijdigheid. Maar Zusje. Zusje.]
Plaats een reactie