|
Ik heb een nieuwe gave van me ontdekt: ik kan praten met mensen die ik niet ken of kan verstaan.
D’r was er een hoop van, gisteren. Van die familie en vrienden die door de tijd gesleten in amnestia zijn verzonken.
Voeg daarbij het geroezemoes van alle gasten van mijn moeder, het gerinkel van de glazen en het gekletter van het bestek en de veelvoud aan onverstaanbare dialecten en je hebt het idee te pakken.
Door op het juiste moment te glimlachen, de wenbrauwen te fronsen of serieus te knikken hebben tal van gesprekspartners gisteren het idee gekregen met mij een goede gedachtenwisseling te hebben gehad.
Zo, dacht ik op enig moment, moet de koningin zich dus voelen.
[De ware koningin was uiteraard mijn moeder die, eerlijk is eerlijk, na afloop van de receptie gisteren best blij was dat de feesten gedaan zijn. Om nu weer tot de alledaagse werkelijkheid terug te keren. Net als wij.]
Plaats een reactie