|
Twee vrouwen en een man waren in een gesprek verwikkeld toen ik passeerde op weg naar de buurtsuper. Ik ving een flard op.
“Hij kan niet lang staan.” hoorde ik een vrouw zeggen. “Ze hebben een been bij hem afgezet.”
Ik vond het geen onlogische opmerking en sloeg er verder nauwelijks acht op. Al was ik uiteraard wel benieuwd naar de aard van de omstandigheden die geleid hadden tot de noodzakelijke geachte amputatie. Maar behept met beschaving zette ik mijn boodschappendienst verder.
Toen ik terugkeerde stond het drietal nog steeds op dezelfde plek. En nog steeds was het in gesprek. En weer ving ik een zinsnede op.
“Hij kan niet lang staan.” sprak een vrouw. “Ze hebben een been bij hem afgezet.”
[In gedachten stopte ik om het verdere verloop van de conversatie te volgen. Maar dat was alleen in gedachten. Mijn fatsoenlijke lichaam was al doorgelopen. Het nam de verwarring met zich mee.]
Geef een reactie op Jeand’A Reactie annuleren