Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Voorbij

lamp

De avond van het leven brengt zijn lamp mee. Joseph Joubert (1754-1824)

Ik had te doen met de oude man die een paar meter voor me de straat afschuifelde.

In de ene hand hield hij een volle boodschappentas, in de andere een wandelstok waar hij op steunde. Onderwijl viel de genadeloze regen gestaag op het onbeschermde hoofd van de grijsaard.

Ooit was hij jonger en beter ter been geweest. Zo dadelijk, wanneer ik hem passeerde, zou hij aan deze voorgoed verloren tijd worden herinnerd. Ik kon me alleen maar het zeer van deze confrontatie voorstellen. Ik besloot de man te steunen.

“Goedendag.” zei ik zo monter mogelijk in het voorbijgaan. De man hief zijn hoofd op. Twee fonkelende ogen straalden me aan.

“Inderdaad.” sprak hij. “Het is een hele goede dag!” Vriendelijk knikte hij.

Ik liep door in verbijstering en verwondering.

[Het regende, de man was oud en versleten, zijn lasten waren zwaar – hij hoorde diep thuis in een seniorendepressie. Ik kreeg de pest aan die vent en zijn ongegronde opgetogenheid.]

  1. Ik hoop maar dat we allemaal nog zo van de dagen kunnen genieten als we ons tzt in een vergelijkbare situatie bevinden.

    {Mowl: dan moeten er niet van die onredelijke blijen in de buurt zijn.}

  2. Misschien dat jouw goedendag, hem net een goedendag bezorgde?
    Het ligt ‘m soms in die kleine dingen hé?

    {Mowl: wat? Is het nog mijn schuld ook?}

  3. Haha, misschien had ie wel wat happy pills geslikt of zo.

    {Mowl: te weinig, vrees ik.}

  4. Zo irritant, die blije ouderen. Kunnen ze niet in een bejaardentehuis depressief gaan zitten wezen?

    {Mowl: of desnoods een senioren-resort.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag