Eigenlijk was ik heel gemeen. Maar ik kon niet anders – de drang was simpelweg sterker dan ikzelf.
Ik had gewoon door kunnen fietsen toen ik haar zag lopen. Ze wilde net een gebouw binnengaan.
Maar ik stopte en riep haar toe. Dat ze zich omdraaide en naar me wilde luisteren was eigenlijk best wel aardig, op zich.
“Wat ik me altijd afvraag,” begon ik respectloos, “met dat grote zwarte haar van je en je gitzwarte ogen – waar komen jouw voorouders eigenlijk vandaan?”
De reactie was onverwacht. De altijd zo standvaste vrouw barstte in snikken uit. Met diepe uithalen stortte ze in.
Het was voor het eerst dat ik met een glimlach wakker werd na een droom over Verdonk.
[Wat speelt er zich allemaal af in mijn onderbewustzijn, vraag ik me wel es af.]
Geef een reactie op Bas Reactie annuleren