Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Hooglied

trein

Gelukkig zijn is de meest verwaarloosde plicht. Bertus Aafjes (1914-1993)

De jongen had zich teruggetrokken in zijn eigen wereld.

Hij leunde voorover en tuurde in het duister van de nacht. Onderwijl luisterde hij naar de muziek die uit zijn oortelefoon stroomde. Hij zong mee.

Er was geen melodielijn te ontdekken, alleen verdwaalde tonen. Hij scheen gelukkig.

Ineens bemerkte hij dat ik hem observeerde. Hij rechtte zijn rug en draaide zich naar mij. Betrapt wendde ik mij af.

Het was een kinderachtige reactie, vond ik. Dus draaide ik terug. De jongen glimlachte.

[Toen keerde hij terug in zijn wereld. Hij vouwde zijn armen, leunde en tuurde. En hij zong.]

  1. Heb je niet even met hem meegezongen dan?

    {Mowl: hij zong op een andere toonhoogte.}

  2. Mij kun je ook vaak zo in de trein zien zitten. Als Mowl, maar ook als de jongen.

    {Mowl: heet dat niet ‘bipolair’?}

  3. Best spannend, zo’n foto maken…

    {Mowl: och, ik ben stiekem van nature.}

  4. Misschien zat hij je ook wel stiekem op te nemen door de weerspiegeling van het raam 🙂 Vooral het feit dat hij naar je glimlachte zegt al veel.

    {Mowl: verdraaid. Ben ik vergeten contact te maken.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag