De man was dood en gecremeerd. Tot zover was er niks aan de hand.
Een maand later werden familie en bekenden uitgenodigd om deel te nemen aan de asverstrooiing. Zo ook het wat oudere echtpaar. De man van het stel kreeg de zeefemmer met de verbrande resten van de overledene aangereikt. Zwijgend pakte hij het hengsel en zwaaide met uitgestrekte hand over het gras.
As viel uit de gaatjes op de grond. Maar ook op de schoenen en de broek van de man. Zijn vrouw zag het maar zei niks. Ook gedurende de verdere ceremonie hield ze haar mond. Pas terug in de auto sprak zij, toen haar man de motor startte.
“Ik heb altijd een hekel aan hem gehad.” zei ze. “En nou neem je hem mee naar huis.”
[Het stille verwijt werd niet beantwoord. Thuis werden de schoenen gepoetst en de pantalon uitgeklopt.]
Plaats een reactie