|
Ze was niet blij toen ik haar per telefoon vertelde dat Brrrr moest werken en dat we dus niet op de verjaardag van haar zoon aanwezig konden zijn. Ze haalde andere gelegenheden aan waar wij ook al niet waren komen opdagen. Ze had gelijk – dit was niet leuk.
Maar ik had haar wel willen zeggen dat we afhankelijk zijn van het openbaar vervoer en dat zij waarlijk wijd weg wonen. En – beetje gemeen – dat ze in de afgelopen twaalfeneenhalf jaar welgeteld één keer gedacht hebben aan Brrrrs verjaardag en helemaal nooit aan onze trouwdag. En dat we daar helemaal never-nooit-niet een punt van hadden gemaakt.
Maar dat vergat ik allemaal doordat ze zei wat ze zei.
“Soms voel ik alsof wij aan de achterste mem hangen.”
Wat is de Nederlandse taal toch een rijke!
[En inhoudelijk gezien denk ik dat het beter is dat iemand je vaker wilt zien dan minder vaak, denk ik dan maar.]
Plaats een reactie