|
“Hé.” zei ik. “In deze trein heb ik gisteren ook gezeten.” Brrrr kon het matig boeien.
“Hier.” zei hij, “Wil je een chocolaatje?” Uitnodigend reikte hij me een verpakking aan.
“Nee, dank je.” wees ik af, “Die soort maakt me misselijk.”
Brrrr haalde zijn schouders op en ontwikkelde de zoetigheid. Hij gaf mij het cellofaantje en ik opende de vuilnisbak om het erin weg te gooien.
“Verrek.” zei ik, “Dit is echt de trein waar ik gisteren in heb gezeten!” Brrrr keek mee in de bak. Toen keek hij mij aan.
“Gooi jij mijn eten weg?”
[Notitie voor mezelf: nooit meer eten weggooien, zeker niet als Brrrr het heeft gemaakt. En bij ontdekking mezelf niet verraden.]
Plaats een reactie