|
“Hallo, met Esther.” zei de jonge vrouw in de trein tegen haar telefoon. “Ik ben om kwart voor negen op het station.” Deze mededeling volstond. Esther hing op. Even was het stil.
“Nau-ie, nau-ie, nau-ie.” zei Esther. “Bloep-bloep.”
Ik probeerde de krant te lezen.
“Ja, Margot, dat kun je nou wel zeggen.” siste Esther. “Klakklak.”
Om kwart voor negen stapten we allebei uit op hetzelfde verlaten station. Er was niemand die op Esther wachtte. Maar ik begon te vermoeden dat Esther er zelf ook niet helemaal was.
“Prt.” zei de jonge vrouw toen ik verder liep. “Prt.”
[De krant heb ik maar op de terugreis uitgelezen. Ach, het nieuws kon wachten.]
Plaats een reactie