|
Ik ben heel goed in het niets-doen. Ledigheid heb ik verheven tot een ambacht.
De hele dag kan ik met mijn benen omhoogzitten en voor me uit kijken. Ik geloof – maar dat kan ik uiteraard niet bewijzen – dat zelfs m’n gedachten tot stilstand komen.
Brrrr is heel anders. Die wil – overdag in elk geval – activiteiten ondernemen die enig nut hebben. Zomaar nietsdoen vat hij niet.
Door weer en wind heeft hij me her en der heengesleept, gewoon omdat ie thuiszitten ‘saai’ vindt. En dan fietste ik weer es verregend achter hem aan of kwam bevroren aan bij een kringloopcentrum of meubelwarenhuis.
“Gezellig.” zei hij dan.
Maar nu is het anders. Net even na de middag, wanneer de temperatuur het verzengendst is, kijkt ie me loom aan en zegt dat ie even gaat liggen. Of zoiets. Hij mompelt het meer.
“Fligge.”
[En even later doen we allebei niks anders dan gestrekt naar het plafond kijken en te luisteren naar de ventilator. Dolce far niente.]
Plaats een reactie