Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Op wacht

kaas

Het is beter op iemand te moeten wachten, hoe lang ook, dan op niemand meer te moeten wachten.
Raymond Herreman (1896-1971)

Precies twee maanden geleden maakte ik je deelgenoot van mijn stille verlangen: Brrrr die me uitzwaait terwijl ik me op mijn fietsje, door de kille donkerte van de vroege ochtend naar mijn werk sleep. Ik was je vergeten te vertellen dat ie dat een dag of wat geleden ook werkelijk gedaan heeft. Half verscholen achter het gordijn straalde zijn grijns me toe. Mijn dag kon niet meer stuk.

Vandaag kon ik uitslapen en was het Brrrrs beurt om in alle vroegte te vertrekken. Dit keer kon ik wat langer blijven liggen.
“Benieuwd of jij nu ook gaat staan zwaaien.” zei hij terloops.

Dat kon ik me natuurlijk niet laten zeggen. Toen Brrrr om half zes de sponde verliet om zich voor het vertrek klaar te maken, bleef ik dus – klaarwakker – gespitst toehoren of ik het geluid van de buitendeur kon horen.

Flink op tijd hoorde ik de nieuwe scharnieren. Maar Brrrr is altijd op tijd, dus ik sprong uit bed, verborg mijn naaktheid gedeeltelijk met het gordijn en was paraat om mijn lief gedag te zwaaien.

Het viel me op hoe helder de nacht was. Sterren fonkelden, een ander hemellichaam – was het Venus? – leek een trage eigen baan te gaan. In een auto aan de rand van de straat ging een rood lampje aan en uit.

Bij de overburen, in de flat, sprong het licht aan. Een kat sloop langs de kant van de weg. In het oosten zag ik dat de lucht blauw werd. De zon was gereed om op te komen.

Het lampje in de auto bleef knipperen. Een bromfiets bezorgde de ochtendkrant. Ergens sloeg een deur dicht. De sterren maakten figuren.

Waar was Brrrr? Ik keek naar beneden. Zijn fiets stond nog tegen de mijne geparkeerd. Het geluid dat ik zonet had gehoord was verdwenen. Het was nu stil in onze straat en ik stond te vernikkelen, in mijn blootje, achter het gordijn voor het raam.

[Na vijftien minuten – Brrrr had de tijd genomen vandaag – ging dan eindelijk echt de voordeur open. Brrrr pakte z’n fiets en wilde bijna wegfietsen toe hij nog even naar boven keek en mij zag. Ik zwaaide. Brrrr grijnsde. Zijn dag was goed.]

  1. wat heerlijk moet dat zijn zeg…

    {Mowl: maar wel koud, hoor.}

  2. hoe kom je deze moeilijke dag weer door.

    {Mowl: het is afzien.}

  3. Awwww zo lief!
    smelt een beetje van ontroering 😉

    {Mowl: en ik bevroor zowat.}

  4. Je hebt jezelf weer overtroffen hoor. Dat had ik precies twee maanden geleden niet verwacht. Maar wel gehoopt.

    {Mowl: tuurlijk – kon toch niet anders.}

  5. En die van de rest van de buurt?

    {Mowl: men sliep nog. Hoop ik.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag