Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


IJsbreker

Een ijskoude wind
stak op tussen u en mij
en de afstand van één voet
werd opeens
duizend mijl.
Akiko Yosano

Hij had al drie dagen geen warme maaltijd gehad, vertelde hij terwijl ik eigenlijk door wilde lopen.

“Ik heb achter het elektriciteitshuisje geslapen,” zei hij ook nog, “nou ja, geslapen: ik heb meer wakker gelegen.”

De man hakte intussen het ijs op het voetpad aan stukken om ze daarna in de goot te vegen.

“De meeste mensen vinden dat de gemeente dat moet doen,” glimlachte hij, “maar die man van hier wilde me er wel wat voor geven.” Hij knikte naar een kantoorruimte even verderop.

“Als ik vijfenhalve euro heb, kan ik bij de nachtopvang terecht,” zei hij hoopvol, “moet je voorstellen: een warm bed!”

In mijn broekzak wist ik een tientje – een ruimschootse oplossing voor zijn probleem. Ik negeerde het besef.

“Nou, veel succes met het goede werk,” blaatte ik door mijn geweten heen. Hij knikte en hakte verder.

Als ik terugkom geef ik wel geld, suste ik mezelf.

  1. But you didn’t return ?

    1. Jawel – ik keer altoos terug. Maar de man was intussen al zijns weegs gegaan.

  2. Herkenbaar en subtiel neergezet. De laatste zin had eigenlijk niet gehoeven.
    Is net iets teveel daardoor.

    1. Dankjewel voor je beschouwing. Ik zal proberen de volgende keer de laatste zin te schrappen.

    2. Dat is de gouden regel van Aaf Brandt Corstius. Schrap de laatste regel, die daarvoor is meestal beter.

      1. Van haar herinner ik me vooral de uitspraak, dat ze fan was van Simon Carmiggelt, tot ze ontdekte dat hij alles had verzonnen.

      2. Verzonnen of niet, Carmiggelt was een goed schrijver.

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag