Bij de deur bleef ik even stilstaan. Dan zette ik de plastic tas weer neer. Zonder bagage liep ik naar buiten.
Ik wandelde naar de stad, naar de winkel. De vrouw die tot dan steeds m’n vuile goed had gewassen en gestreken was daar ook. Ze zag m’n lege handen maar zei niks. In plaats daarvan wisselden we beleefdheden uit. Zie je wel, dacht ik tevreden, ik kan best kalm en netjes zijn.
“’n Strijkplank kopen.” antwoordde ik op de vraag wat ik ging doen. Ik negeerde de fronsblik.
Ik had de tijd, dus die nam ik ook. Zodat ik pas enkele uren later met m’n nieuwe strijkplank thuiskwam. De plastic tas had daar al die tijd staan wachten.
“Kom maar.” zei ik. Ik haalde ’t wasgoed d’r uit en stopte ’t in de machine.
Plaats een reactie