Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Eindstation

Hij bracht zijn dagen door op perrons en als er een trein vertrok, zwaaide hij met zijn zakdoek om zichzelf te doen geloven dat hij niet eenzaam was. Yvan Audouard
Hij bracht zijn dagen door op perrons en als er een trein vertrok, zwaaide hij met zijn zakdoek om zichzelf te doen geloven dat hij niet eenzaam was. Yvan Audouard

De man zat elke dag in het wachthuisje op het perron. Hij zat daar en keek voor zich uit. Hij wachtte niet – tenminste niet op een trein of een gearriveerde reiziger. Als hij ergens op wachtte, zou het de tijd kunnen zijn.

Toen gisteren de rinkelende barelen de komst van de trein verkondigden, keek ik onwillekeurig even opzij: het wachthuisje was leeg. Toch wist ik dat hij er wel had gezeten. Ik keek waar de man gebleven kon zijn. In de straat die haaks op het station stond, ontdekte ik een figuur die de man zou kunnen zijn. Traag liep hij weg. Het voelde alsof hij een besluit had genomen.

[Ik wist nu al dat ik hem zou gaan missen.]

  1. Het plezier zit niet in de reis maar in het wachten. Voor sommigen dan toch.

    {Mowl: dat was dan nu gedaan.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag