|
D’r heeft zich iets merkwaardigs afgespeeld in de toom ganzen in ’t park. Eén oud lid is teruggekeerd, om te beginnen. Daarnaast is d’r ’n ander dier bijgekomen dat door de bestaande kliek niet wordt geaccepteerd. ’t Heeft blijkbaar geen ander onderkomen want ’t bivakkeert nu al enkele weken bij de hem vijandig gezinde watervogels. ’t Wordt gepikt, verjaagd en getreiterd, maar blijft telkens weer terugkeren.
’t Heeft iets tragisch.
“Kijk.” zeg ik, zowat ontroerd, tegen Brrrr, wanneer we de vogels brood voeren, en de gans eenzaam op ’n afstand wordt gehouden. “Wat zou d’r met ‘m gebeurd zijn?” Brrrr antwoordt niet, want hij weet ’t natuurlijk ook niet. Beiden zijn we onder de indruk van z’n niet-aflatende aanhoudendheid. Want ondanks alles blijft de gans terugkeren. Om weer verjaagd te worden.
[“Ook dieren kunnen onmenselijk zijn.” constateert Brrrr.]
Plaats een reactie