D’r was niemand in de buurt om m’n kinderlijke vreugde te registreren toen ik de envelop openmaakte.
“Hij is ‘r!” prevelde ik plechtig terwijl ik de drie notitieboekjes en de zwartlederen omslag onthulde. Ik bespeurde dat m’n mondhoeken omhoog gingen als ik de portefeuille betastte. Eerbiedig bracht ik de farde naar m’n neus en snoof ik de geur d’rvan op.
“Mmm.” bracht ik uit. M’n hart zwol op in de wetenschap dat ik van nu af aan alle momenten zou kunnen noteren die ten grondslag liggen aan weer ’n nieuw stukje.
Net op tijd voor m’n drieduizendste, dacht ik.
[Benieuwd wie deze subtiele hint begrepen heeft.]
Plaats een reactie