Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


In rook op

buiten
Het leven is een sigaret die ik uit beleefdheid heb moeten aanvaarden. Samuel Beckett (1906-1989)

We troffen Maarten op ’t terras van De Boerderij. Hij dronk ’n flesje water.

“Hoe is ‘t?” vroegen we, wetende dat ’t antwoord niet was wat we zouden willen horen. Sinds Peter dood is, is Maarten in ’n deel van ’t leven terechtgekomen waar niemand ooit van wil weten. Hij zuchtte.

“Sommige dagen zijn beter dan andere.” zeidie. We knikten — alsof wij ’t werkelijk begrepen. In plaats daarvan bestelden we ’n chardonnay en spraken in gemeenplaatsen. Wat konden we anders? Maarten pakte ’n mentholrokertje.

“Weet je wat ’t is, jongens?” zeidie, kijkend naar de peuk. “Aan alles komt ’n eind. Ook aan ’n sigaret, als je maar lang genoeg blijft trekken.”

[“Ik had ook zuigen kunnen zeggen,” haastte Maarten zich, “maar dat had zo dubbelzinnig geklonken.”

  1. rene wat was het toch fijn met maarten.
    en wat hou ik toch van jou!
    x brrrr

    {Mowl: en ik van jou. Maar wil je niet steeds mijn naam misbruiken?}

    1. Zo kwamen water en wijn bij elkaar en de smaak ervan was goed. Thanks!

      {Mowl: ’t was zeker zo aangenaam.}

  2. Zolang je nog maar een klein beetje kunt lachen.

    {Mowl: lachen en huilen liggen soms dicht bij mekaar.}

    1. Heb je gelijk in en dat gebeurt ook nog wel. Minder, maar ‘toch’. Lachen was mijn ‘ding’ , vrolijk zijn, vooral voor anderen. Ik ben een pleaser, maar het voor jezelf zijn is moeilijker dan voor anderen.

      {Mowl: wat je zegt — ’t zal gaan gebeuren.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag