“Weet je wat jij moet doen? zei ze. Nee, zeg ik, wat moet ik doen? Alsof ik niet wist wat ze bedoelde. Nou, zei ze toen, je zou es naar de Action moeten. Ik zei, de Action? Ik ga altoos naar de Action. Wat dacht je dan, zei ik, dat ik soms naar de Bijenkorf ga?Ja, wat dacht ze wel niet, alsof ik niet weet dat ze bij de Bijenkorf werkt. Maar goed, ik zei niks, ik zei alleen dat ik altoos naar de Action ga en never nooit niet naar de Bijenkorf. Je had haar gezicht moeten zien, de kakmadam. En dan dat toontje waarop ze dat zei. Weet jij wat jij zou moeten doen. Daar moeten ze echt niet bij mij mee aankomen, met die kakpraat.”
De vrouw snoof. Ze trok het bh-bandje onder haar truitje recht en rekte haar nek.
“Trut.” besloot ze.
[De trein remde af. Ze zette de hond op de grond en liep naar de uitgang. Fier, zoals ik had verwacht.]
Mowl 
Plaats een reactie