“Ik hoor stemmen.” zei de man. “In mijn hoofd. Ik maak me zorgen.”
“Dat snap ik.” zei ik. “Dat lijkt me ook…” – ik zocht naar woorden – “Heel verwarrend, denk ik.” De man schudde van nee.
“Nee nee,” zei hij dan ook, “Het is Sebastiaan waar ik me zorgen om maak.”
“Sebastiaan?” Ik keek de man vragend aan.
“Ja.” zei hij. “Sebastiaan. Dat is één van mijn stemmen.” Hij boog zich voorover. “Ik ben bang dat het niet zo goed met hem gaat.” Het klonk ernstig. Zo keek hij ook. Dan snoof hij kort en ging weer rechtop zitten, met zijn armen over elkaar, zijn ogen even iets vergroot.
“O?” zei ik. “Hoe weet je dat?”
De man tikte aan een oor.
“Zoiets hoor je.” zei hij.
[Ik knikte. Maar natuurlijk. Soms sta ik versteld van mijn eigen onnozelheid.]
Plaats een reactie