Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Uitrit

Melancholie: de uitzichtloze tevredenheid van achter een begrafenisstoet aanlopen en denken: héhé, straks lekkere boterkoeken. Herman de Coninck
Melancholie: de uitzichtloze tevredenheid van achter een begrafenisstoet aanlopen en denken: héhé, straks lekkere boterkoeken. Herman de Coninck

We wilden net instappen toen twee donkergeklede mannen ons staande hielden.

“Wat is dit allemaal?” vroeg de ene van hen blo rondkijkend over het met auto’s volgepakte kerkpleintje. Ik keek naar collega S en zij naar mij.

“Netwerkers in pakken.” zei ik. De mannen keken nogal bête.

“Zakenmensen.” vulde collega S aan, wijzend naar het belendende café. “Daar in die kroeg.” De ander keek nu ook beducht.

“Potdomme.” vloekte die.

“Er is zo dadelijk een begrafenis hier.” lichtte de eerste toe. “En dan hebben we die plekken nodig.”

“Potdomme.” herhaalde de eerste alleen maar. Ik keek sluiks naar collega S. Ze knikte nauwelijks waarneembaar en stapte achter het stuur.

“Veel succes.” zei ik tegen de mannen.

“Potdomme.” hoorde ik nog eens voor ik de deur achter me dichtsloeg.

[“Dat klonk nogal hatelijk.” vond S toen ze wegreed. “Veel succes.”]

  1. Waarheen leidt de weg zonder parkeerplaatsen?

    {Mowl: zoals alle wegen — uiteindelijk nergens.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag