Een week of wat geleden had ik mijn elleboog ongenadig hard gestoten aan de rand van een deur. En nog steeds had ik er last van. Dat vertelde ik ook de verpleegkundige bij wie ik voor semi-spoedeisend consult was.
“Het is vast en zeker gebroken.” stuurde ik. De verpleegkundige bekeek het gewricht ter plekke nauwkeurig.
“Gebroken is hij in elk geval niet.” constateerde ze. “Maar wel flink gekneusd.” Ze liet de arm los. Dan moest ze mijn teleurstelling hebben geregistreerd.
“Dat is nog veel erger dan gebroken.” troostte ze meteen.
“Echt waar?” vroeg ik. Ik probeerde niet te enthousiast te klinken. De verpleegkundige knikte. Ze glimlachte. Ik durfde te zweren dat er een lichtkrans om haar hoofd verscheen.
[Triomfantelijk keek ik om me heen. Erger dan gebroken. Zuig daar maar es aan!]
Plaats een reactie