In het dagelijks woon-werkverkeer figureert een aantal gezichten dat me langzaamaan gewoon is geworden. Eén van hen had die ochtend een roze plastic tas bij zich met daarin iets wat leek op gebaksdozen. Voor het eerst in al die tijd veroorloofde ik me een kort contact met haar.
“Ik weet niet waarvoor,” begon ik, “maar moet ik u feliciteren?” Ik wees daarbij op de roze plastic tas. De aangesprokene keek wat verstoord van mij naar de tas en toen weer terug naar mij.
“O.” zei ze. “Ja. Nee. Dat wil zeggen: ik heb een nieuwe baan.” Ze keek daarbij niet zo gelukkig als ze misschien zou moeten. Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen.
“Nou ja,” besloot ik tenslotte, “toch maar gefeliciteerd.” Een beleefd glimlachje beëindigde ons eerste en laatste gesprek.
De volgende dag zat er een vreemde op haar plaats. Hij had nog geen gebaksdozen bij zich.
Plaats een reactie