Het gesprek met de Irakese vrouw werd overstemd door de bouwvakker die ergens boven ons een gat aan het boren was.
“Er zit hier een tandarts boven.” keek ik naar het plafond. Ik had het over het beugelcentrum op de eerste verdieping. De Irakese keek verontrust.
“Nee, nee, nee!” protesteerde ze. “Ies kien tandarts!”
“Nee,” zei ik, “dat weet ik ook wel,” – ik vroeg me zuchtend af wat ze eigenlijk leren op die inburgeringscursussen – “dat is…”
“Dat ies orthodontiest.” onderbrak de vrouw me. Ze wierp haar hoofd in haar nek en lachte haar witte tanden bloot.
[Ik grinnikte. Hoe heet ’n boer met kiespijn in het Arabisch?]
Plaats een reactie