|
D’r stopte ergens ’n auto in de straat. Toen de deur openging kwam Radio Oranje naar buiten geschuimd.
’n Voor mij onbekende zanger van ’t levenslied zong, begeleid door ’n hammondorgel en ’n drummachine, over — ongetwijfeld — verloren liefde, eenzaamheid & trouw.
Gunst, dacht ik nog, hier? — tot ik naar buiten keek.
’n Hooggeblondeerde vrouw in spijkerpak (de broekspijpjes reikten net niet tot de enkel en waren modieus ingesplit, daaronder bruine, halfhoge laarsjes, centuur net onder de borsten, jasje — met omgeslagen mouwboordjes — over ’n rosze truitje) stapte uit & liep zonder tas of wat naar de overkant. Daar belde ze aan.
Ah, de nieuwe werkster, dacht ik.
[Voldaan met deze deductie ging ik weer verder met mezelf.]
Plaats een reactie