Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Drommels

De duivel wordt altijd zwart afgeschilderd en altijd roze gezien. Julius Altmann
De duivel wordt altijd zwart afgeschilderd en altijd roze gezien. Julius Altmann

Wat een griezel. dacht ik – en dat denk ik niet gauw.

De jongen (vale spijkerbroek en grauw geworden gewatteerde jas – maar dat was niet het griezelige aan hem) was met zijn hamburger aan een tafeltje naast me gaan zitten. Hij legde het broodje neer en haalde een schrijfblok en een pen uit een plastic tas. Met korte en driftige halen begon hij te schrijven. Daarna pakte hij een agenda en maakte daar een notitie in. Ondertussen bleef hij me strak aankijken. (Dat was ’t griezelige.)

Met zijn ogen nog steeds gepind op mij zette de jongen daarna alles weer in de tas, pakte zijn hamburger op en liep weg, de kruising over, de straat in. En dat was dat.

[Toen vanmorgen de deuren van de trein sloten en het voertuig in beweging kwam, zag ik in mijn ooghoek iets vaals en grauw zitten. De plastic tas op de stoel ervoor kwam me bekend voor. Ik voelde ogen priemen en huiverde.]

  1. You wouldn’t have noticed
    all this if you hadn’t been
    staring yourself, would you ?

    {Mowl: da’s anders.}

  2. Je kon ook de andere kant opkijken.

    {Mowl: dat deed ik. Nou ja, bijna.}

  3. ik was het

    {Mowl: nou snap ik die fascinatie.}

    1. bij wie?

      {Mowl: bij die jongen — bij jou dus.}

  4. Bloggers, je komt ze ook overal tegen.

    {Mowl: zou je denken?}

  5. Het zal wel een weblogger geweest zijn. Creepy…

    {Mowl: denk jij dat ook al?}

    1. Soms zijn mijn gedachten iets minder uniek dan anders.

      {Mowl: zelden.}

      1. Soms lijkt er voldoende reden die opvatting te bestrijden.

        {Mowl: vertel}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag