|
Geschrokken sprongen de katten de lucht in (nou ja: Pim sprong. Mies hief haar hoofd op, wat voor haar bijna ‘tzelfde is). Ik was intussen als ’n dolleman vruchteloos op alle knopjes van de afstandsbediening aan ’t drukken: de sirene bleef loeien zoals alleen ’n sirene kan loeien, de telefoon rinkelde d’r doorheen en m’n gsm bestookte me met verontruste sms’jes.
’t Was duidelijk: de alarminstallatie werkt.
Ik had me ontiegelijk zitten te vervelen, zo met de twee katten op de bank. Brrrr was werken, de kranten waren uit en de televisie — ach ja. Ik speelde ’n beetje met de afstandsbediening van ’t alarm. Daarmee kon ik natuurlijk ’t systeem aan- of uitzetten. Maar d’r zat ook nog iets extra’s op, alleen in noodsituaties te gebruiken: de paniekknop.
’t Werd steeds moeilijker d’r van af te blijven.
[D’r is geen buurman geweest die me kwam redden, trouwens. Terwijl ze toch in wijde omtrek moeten hebben kunnen horen dat ik in nood was.]
Geef een reactie op Teun Reactie annuleren