“Tadzio.” fluisterde ik.
Aan de overkant van de straat stonden twee jonge mensen een auto te wassen. Eén van beiden was een onbepaalde verschijning: lang, sluik blond haar, een ovaal gezicht, t-shirt met korte mouwen, bermuda en teenslippers.
Is dat een jongen of een meisje? dacht ik. Ik wist het niet.
Als het een meisje is, is het een doorsneemeisje, overwoog ik, maar voor een jongen is hij knap.
Ik liep verder – er moest nog kattengrit worden gehaald.
[Ik wil naar Venetië, besloot ik onderweg. De cholera is er toch uitgeroeid?]
Plaats een reactie