“Schaam je je soms?” vroeg ik nogal direct. De verkoper van de tweedehandskledingzaak had, nadat ik er even naar had gekeken, het boek bij de kassa snel een kwartslag gedraaid. Het werk, had ik in de gauwigheid gezien, ging over de manier waarop de Koran moet worden geïnterpreteerd. De jongen leek verlegen met mijn opmerking, las ik aan de vinger die de rand van de kaft geruststellend masseerde.
“Neeneenee.” bezwoer hij stellig. “Het is geen schaamte, het is meer…” Een haperende stilte volgde die ik makkelijk had kunnen breken. Toen ik dat niet deed hernam de jongen zich. “Het is persoonlijk.” zei hij.
“Ah.” herhaalde ik. “Persoonlijk.”
“Ja.” knikte de jongen, opgelucht na zijn woordvondst. “Persoonlijk.” Daarna klapte hij het boek helemaal dicht, met de achterkant naar boven.
[Daar stonden we dan, dacht ik, de gelovige en de zondaar. Dat wil zeggen, als hij me de kans maar had gegeven.]
Plaats een reactie