“Ik snap er niks van.” hoorde ik de ene jongen tegen de andere zeggen. Ze liepen de straat omhoog en zagen mij niet zitten, op het bankje, voor in de tuin.
“Ben je zat,” ging ie verder, “en zie je een leuk meisje – wil ze niets.”
Het antwoord van de ander kon ik niet meer verstaan omdat ze uit mijn bereik verdwenen. Even later kwamen ze terug. Ze waren blijkbaar boodschappen wezen doen: ze droegen nu allebei een sixpack bier.
“Ik zou nou wel wat lusten.” zei dezelfde jongen nu.
[Er klonk inderdaad een zekere honger in zijn stem. Waarnaar werd me niet duidelijk – vanaf mijn plekje op het bankje in de voortuin waren ze al snel onhoorbaar en onzichtbaar geworden.]
Plaats een reactie