|
“Ach, wil jij misschien twee plakjes ontbijtspek uit de koelkast pakken?” vroeg Brrrr. Ik werd blij.
“Ga je ontbijt maken voor ons?” juichte ik te vroeg.
“Voor mij.” verbeterde Brrrr me. “Jij hebt worstjes.”
De teleurstelling kon nauwelijks groter zijn. Ik dacht aan ’t wittebrood dat, nog warm van ’t roosteren, bekleed met ’t krokant uitgebakken spek en daaroverheen ’t roerei, dat door Brrrr met liefde en verse kruiden tot ’n lobbige lekkernij zou worden samengesteld, vergezeld van fris geperst grapefruitsap, ’n waarachtig koninklijk ontbijt mocht worden genoemd.
Maar ja, ik had worstjes.
[“Verrek.” zei Brrrr, toen ie ’t sap in de koelkast wilde opbergen, “Waarom zei je niet dat we nog meer spek hadden? Dan had ik voor jou ook wat gemaakt.” Hij zag aan m’n ogen dat ie snel over iets anders moest beginnen.]
Plaats een reactie