Vanwege de liefde — en omdat ik geen hart voor hem had gekocht — nam ik Brrrr mee naar Amsterdam.
Daar kreeg ie ’n nieuwe schoudertas en ’n overhemd, sloegen we Spaanse delicatessen en Italiaanse limoncello in en vulden we onze voorraad geurtjes aan — de korting was eenvoudig te aanlokkelijk om te laten lopen.
De aankopen werden besproken onder ’n vroeg diner in ’t restaurant van ’t Pullitzer hotel. ’n Mooie carpaccio en ’n lauwwarme eendenborstsalade werden daarbij vergezeld door ’n prettige Franse chardonnay.
Terug op ’t station stond ’n dakloze z’n krant aan te prijzen. Eensgezind schudden we onze hoofden.
“’t Spijt ons.” zei Brrrr, mede namens mij, “’t Is recessie. Je snapt ’t wel.”
[De daklozenkrantverkoper begreep ‘t, geloof ik, inderdaad. Hij drong in elk geval niet aan en keek ons na hoe we, grote tassen torsend, ’t spoorweggebouw inliepen. Dat hoefde hij dan weer niet.]
Plaats een reactie