Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Naar buiten

zwaan

De rede, helaas, verzet geen bergen. Zij tracht enkel eromheen te wandelen om te kijken wat er zich aan de andere kant bevindt. George William Russell (1867–1935)

De eerste stapjes buiten waagde ik in ’t belendende park, waar ik alras werd ingesloten door ’n gezinnetje met vier jonge en uitgelaten kinderen.

“Niet doen, Daan!” maande de moeder de jongste zoon toen die op de jongste dochter dreigde te spring­en. De oudste dochter nam de hand van haar zus en samen huppel­den ze voor m’n voeten.

“Lalala.” zong de oudste. “Lalala.” deed de jongste.

“We gaan hier linksaf.” zei de moeder net toen ik ’n kans schoonzag ’t stel te passeren. “Weet jij welke kant dat is, Emma?”

“Die.” riep Emma bezield en zwaaide d’r arm naar rechts, pal in m’n kruis.

“Groempf.” klonk ik.

[“Nee, die.” wees de oudste zus de andere kant op. “Goed zo.” zei de moeder. Ik besloot maar weer naar huis te gaan.]

  1. Leuk he, kinderen?

    {Mowl: nee hoor.}

  2. Is het jachtseizoen al geopend?

    {Mowl: was ’t gesloten, dan?}

  3. Kinderen, het zijn net bacillen.

    {Mowl: alleen betalen bacillen ons pensioen niet.}

  4. “Grijns”

    {Mowl: zoiets ligt gevoelig, hoor.}

  5. Ik vind dit schitterend:-)

    {Mowl: ja, nou, ik minder.}

  6. Loslopende kinderen. Nog erger dan loslopend wild.

    {Mowl: welke van de twee mag je ook alweer afschieten?}

  7. Tijd voor een kinderloze parkdag?

    {Mowl: waarom alleen ’t park? En waarom maar één dag?}

  8. Een typisch Jacob Cats-momentje.

    {Mowl: werd ie dan ook regelmatig in z’n ballen geslagen?}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag