Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Voedselcrisis

bowlen

Die alleen geeft wat hij teveel heeft, is niet waard dat hij leeft. Johan Daisne (1912-1978)

Dat was niet zo’n handige opmerking van mij, die laatste van gisteren.

Want na ’t bowlen — in ’t tweede uur gingen we zelfs discobowlen, wat kegelen is met ’n glitterbol, ge­kleur­de lampjes en op grote schermen geprojecteerde muziekvideo’s van hedendaagse popsterren als De Toppers, Jan Smit en Jannes — kwam ’t gevreesde buffet met allerlei ruim van tevoren bereid voedsel dat, bijna onvermijdelijk, op de weg naar ’t station in omgekeerde volgorde van nuttiging in ’t struik­gewas naast de wandelroute belandde.

[Voorlopig hebben we geen reorganisaties meer op de rol staan, hoop ik. Dat kan m’n maag echt niet meer hebben.]

  1. grijns
    het is idd niet makkelijk om een goede cateraar te vinden tegenwoordig…

    Wel vind ik het erg zielig voor je dat je er zo ziek van bent geworden.

    {Mowl: toen de frieten, ribbetjes en gerookte makreel me hadden verlaten, ging ’t al snel beter.}

  2. En toch was het best lekker eten zeker?

    {Mowl: maar natuurlijk niet.}

  3. Heb je dat proletenvoedsel echt in de bosjes gebraakt? Brrrr zal trots op je zijn.

    {Mowl: laten we zeggen dat ie ’t begreep.}

  4. Waarom schrijf je toch steeds over kots?

    {Mowl: is dat zo? Ik dacht dat ik ’t vooral over poep had.}

  5. Ik had ook zoiets zondag.

    {Mowl: mijn deelneming.}

  6. Ribbetjes? Varkensvlees? Kleffe friet? Bah.

    {Mowl: vertel mij wat.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag