Op een bankje bij het park zat een zwerver. Ik kende de man wel – nou ja, ik had hem daar wel vaker zien zitten, meestal in gezelschap van een blikje bier ofzo. Of twee. Dit keer was hij verdiept in een vuistdik boek. Dat moest een vergissing zijn, dacht ik vooringenomen.
“Pardon.” onderbrak ik zijn concentratie. De man keek. “Mag ik vragen wat u daar leest?”
De zwerver blikte eens op de kaft, met een duim tussen de bladzijdes waar hij gebleven was.
“Dostojewski.” zei hij, zonder me te vragen waar ik me mee bemoeide. “Schuld en boete.” Ik was onder de indruk.
“Zo!” zei ik daarom. De zwerver opende het boek bij de duim.
“De gebroeders Karamazov was beter.” zei hij, waarna ie zich weer terug over zijn verhaal boog.
[Zijn lichaamshouding vertelde me dat ik hem lang genoeg had lastig gevallen en dat ik maar beter kon vertrekken.]
Plaats een reactie