Op een wat oudere man na, was ik aan de beurt bij de Kiosk op het perron om een lauw en slap saucijzenbroodje – zoals saucijzenbroodjes bij een Kiosk op het perron horen te zijn – af te rekenen.
“Heeft u een buskaart?” vroeg ie. Tegelijk haalde hij zijn knip tevoorschijn, die hij omstandig opende. Ik zag een gehoorapparaat achter zijn linkeroor.
“Blauw of roze?” vroeg het Kioskmeisje terwijl ze in een la keek. De man zocht in zijn beurs. Ik vermoedde dat ie het meisje niet had gehoord. Mijn saucijzenbroodje dreigde warm te worden. Ik greep in.
“Blauw of roze?” bulkte ik. De man zocht zijn geld.
“Ik heb alleen een roze.” zei het Kioskmeisje. De man keek op.
“Nee, roze graag.” zei hij.
[Het Kioskmeisje las de strippenkaart in. De man betaalde en kreeg zijn wisselgeld. Toen ik afrekende was mijn snack nog steeds lauw en slap. Alles was goed.]
Plaats een reactie