Het verkeerslicht sprong net op groen toen een meisje me aansprak. Ze kwam uit een toeristenbus, zag ik.
“Entschuldigen Sie mich.” zei ze in het buitenlands. “Gibt’s hier irgendwo einen Briefkasten?” Ze wapperde met ’n stapeltje ansichten. Het licht wachtte niet op ons en werd rood.
“Nein, tut mir leid.” antwoordde ik en drukte op het wachtknopje van het verkeerslicht. Het meisje keek beteuterd. “Aber ich kan sie führ Ihnen posten.” Mijn Duits kon beter.
Het meisje dacht even na voordat ze me het stapeltje ansichten gaf.
“Vielen dank.” zei ze.
“Ich werde sie nicht beschauen.” zei ik nog krakkemikkeriger terwijl ik de kaarten demonstratief niet bekeek. Het meisje glimlachte. Het licht werd weer groen en ik fietste weg.
[Tot ik zeker wist dat ze me niet meer kon zien heb ik de vakantiegroeten ver van me gehouden. Thuis heb ik natuurlijk alle handgeschreven teksten uitvoerig gespeld voordat ik de kaarten op de bus deed. Vertrouwen verliest het bij mij vaak van nieuwsgierigheid. Wat is integriteit eigenlijk in het Duits?]
Plaats een reactie