R gebaarde me bij hem te komen.
“Weet je nog dat document dat ik dinsdag heb rondgedeeld?” vroeg hij.
“Over die grootscheepse controle op ongeoorloofd internetgebruik?” zei ik. R. knikte.
“Dat was een één-aprilgrap.” zei hij.
“Ja, dat kon je zo zien.” zei ik. R schudde zijn hoofd en knikte steels naar collega B. Die was druk aan ’t werk, aan ’t getik op ’t toetsenbord te horen.
“Hij weet nog van niks.” fluisterde R. “Hij is nog steeds druk zijn pc aan het opruimen. En die wil ik eigenlijk wel zo schoon houden.”
[Voorlopig dus geen hilarisch bedoelde filmpjes meer, bij ons op ’t werk, vrees ik. En ook de dubbelzinnige presentaties zullen we moeten missen. Maar wat doen we in hemelsnaam met al die vrijgekomen tijd?]
Plaats een reactie