|
Geroutineerd haalde de medewerkster van het lab de spullen tevoorschijn.
“Hiermee maakt u ’m schoon.” zei ze terwijl ze me een afgesloten doosje met watten gaf. Het was duidelijk dat ik niet moest vragen wat ’m was. Ze pakte een gelijk doosje, maar dan leeg.
“Hier plast u in en hier —” ze pakte een flesje met een schroefdop “— giet u het in over. Volgende.” Ze keek langs me heen.
“Later, op de wc, vond ik het wel jammer dat ik mijn fototoestel vergeten was.” zei ik even later toen we terugfietsten naar huis.
“Dat dacht ik vanmorgen al.” zei Brrrr. “Maar je was toen niet echt in de stemming om naar me te luisteren.”
[Ik moest hem gelijk geven. De buikpijn, die ochtend, waarvoor we een bezoekje aan het ziekenhuis hadden gebracht, had me inderdaad niet een ideale gesprekspartner gemaakt.]
Plaats een reactie