Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Gebroken pantser

tante

Als je met volle streken de huid van een mooie perzik of de melancholie van een oude appel schildert, zie je in de weerspiegeling die ze uitwisselen dezelfde lauwe schaduw van verzaking, dezelfde liefde voor de zon, dezelfde herinneringen aan de dauw. Paul Cézanne (1839-1906)

Ik heb Tante eigenlijk nooit gekust.

Tante moppert, gromt, knort. Ik was, als kind, best wel een beetje bang voor Tante. En angst kus je niet.

Bang voor Tante ben ik allang niet meer. Door haar gebrom heen hoor ik haar leven en dan moet ik soms een beetje lachen of dan een beetje huilen. Maar van tederheid kwam het niet.

Tot de laatste keer dat ze op bezoek was. Toen ze vertrok heb ik het gedaan. Zomaar. Drie keer, zoals het hoort.

En voor het eerst voelde ik haar huid tegen de mijne.

Zacht.

[Het voelde onbeholpen en ongemakkelijk. Een gewoonte, hoe dom ook, doorbreken blijft moeilijk.]

  1. je moet alles een keer gedaan hebben in je leven

    {Mowl: waarom?}

  2. Zoen zolang het nog kan.

    {Mowl: maakt niet uit met wie?}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag