Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Noodgeld

De hele aardbol kan niet in grotere nood zitten dan één ziel. Ludwig Wittgenstein
De hele aardbol kan niet in grotere nood zitten dan één ziel. Ludwig Wittgenstein

Ik had drang, snap je, en ik wist een wc in de openbare bibliotheek, vlakbij. Er moest voor betaald worden, dus ik haalde mijn kleine portemonneetje alvast tevoorschijn. Daar zaten nog genoeg geldstukken in, zag ik.

Ik was niet de enige met hoge nood. Een man stond voor het closet met een euro in zijn hand. Maar de deur bliefde alleen twintigcents munten. Hij keek om.

“Kunt u misschien wisselen?” vroeg hij. Ik verborg mijn portemonneetje achter mijn rug en schudde mijn hoofd.

“Nee.” loog ik. “Het spijt me.” huichelde ik er achteraan. De man keek benauwd en ging buiten het toilet op zoek naar kleingeld.

[Even later zat ik en hoorde ik aan de andere kant van de deur de man terugkeren. Hij rommelde aan de klink. Ik voelde me geeneens schuldig.]

  1. Schep je daar genoeg in? Een ander een sanitair ongeluk bezorgen?

    {Mowl: in tijden van liefde en ontlasting is alles toegestaan.}

  2. In dergelijke noodgevallen kan ik altijd even naar het Stadhuis.

    {Mowl: om daarvoor nou helemaal naar Breda te gaan, vind ik wat overdreven.}

  3. ’t ja, Als ik ook maar net genoeg heb voor één keer, dan ga ik dat toch ook niet aan een ander geven hoor.

    {Mowl: je zou wel gek zijn.}

  4. Stond die man er nog toen je eraf kwam? Overigens hoef je bij onze bibliotheek (nog) niet te betalen voor de wc.

    1. Altijd fijn wanneer je gratis naar het toilet kunt gaan.

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag