|
Het was slechts een kwestie van tijd voordat het in het steegje geparkeerde loodgietersbusje een onneembare hindernis voor het overige verkeer zou blijken.
Een zwarte bolide draaide het straatje in. De automobiliste stopte de auto en claxonneerde. De chauffeur van het busje had het moment blijkbaar verwacht en stond binnen enkele momenten buiten. Hij doorvoelde zijn zakken naar de sleutels, maar vond niks. Hij gebaarde dat hij ze binnen had liggen en zou ophalen.
Op het moment dat de loodgieter weer naar binnen ging, opende zich een huisdeur, vlakbij de standplaats van de auto. Een dame wandelde naar buiten, zwaaide naar de automobiliste en sloot de deur af. Toen stapte ze in. De auto reed naar achteren, draaide en reed weg.
[Even later kwam de loodgieter weer naar buiten, zwaaiend met zijn gevonden sleutels. De verdwenen auto liet hem even wankelen. Hij keek nog es beide kanten de straat in. Toen liep hij maar weer naar binnen.]
Plaats een reactie