|
De jongeman die ik tegemoet liep was Joran van der Sloot — maar ik herkende hem niet meteen.
Eerst zag ik alleen zijn zwarte t-shirt met een tekst erop. Ik kon het niet lezen, dus ik staarde naar de borst van de naderende jongen. Er stond iets in de trand van ‘Met mij kun je alle kanten op’ op, maar nog voor ik de tekst duidelijk had kunnen ontcijferen keek ik in de ogen van de knul. Toen pas zag ik wie hij was.
Hij keek me terug aan met een gemengde blik van verveeldheid en ergernis — twee emoties die ik na alle media-aandacht van hem kon begrijpen. Ik wilde hem zeggen dat ik enkel naar zijn t-shirt had zitten staren en niet naar hem, maar we passeerden mekaar zonder dat ik wat zei. In het voorbijgaan geneerde ik me.
[Misschien had ik toch wat moeten zeggen. Met sommige mensen wil je immers geen vijanden worden.]
Plaats een reactie