Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Errare humanum est

broek

Mode zegt: ‘Ik ook.’ Stijl: ‘Ik alleen.’ Samuel Goldwyn (1882-1974)

Iedereen – behalve ik, natuurlijk – heeft wel van die foto’s van vijf, tien of nog meer jaar geleden die hij het liefst zou verbranden of die hij niet dan met het schaamrood op de kaken aan zorgvuldig geselecteerde kijkers toont.

“Wat zag ik er uit, toen!” hoor je dan te zeggen en, even verontschuldigend: “Maar ja, dat was de mode, toen.”

Iedereen – behalve ik, natuurlijk – zou zich deze beschamende terugblikken moeten aantrekken om ze in de toekomst te voorkomen.

De hemel zij dank zijn de leggings uit het straatbeeld verdwenen (al heb ik horen fluisteren dat ze nu al aan een zeer vroegtijdige revival zijn begonnen) en ben ik ook al een tijd verschoond gebleven van naveltruitjes. Maar daar staat tegenover dat de “ik ben hip want mijn spijkerbroek zweeft op mijn heupen en mijn onderbroek steekt er bovenuit”-trend nog steeds zichtbaar door de straten waart, evenals gouden gympen, eeuwige zonnebrillen in het haar en andere afzichtelijke en belachelijke waanideeën.

[Blijkbaar is deze neiging bijzonder menselijk, want iedereen doet het. Behalve ik dan, natuurlijk.]

  1. Hij zal het lingeriesetje van zijn vriendin toch niet geleend hebben?

    {Mowl: dan heeft ze wel flinke heupen.}

  2. Want jij hebt al die foto’s van jaren geleden al lang en breed verbrand?

    {Mowl: met negatieven en al.}

  3. Volgens mij heet hij Bjorn.

    {Mowl: jij hebt ook in elk stadje een schatje, nietwaar?}

  4. Het publieke ondergoed – bij de heren – is ten opzichte van de legging om precies de omgekeerde reden ongemakkelijk.

    {Mowl: ik vind het gewoon lelijk.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag